In den beginne....

Zo begint menig religieus boek waarin het ontstaan van het leven op aarde wordt beschreven.
Zo verhaalt de bijbel dat God de aarde schiep in zes dagen, waarna Hij op de zevende dag vrijaf nam om bij te komen van Zijn inspanningen, te genieten van het werk dat Hij had uitgevoerd. Kortom, God had een week nodig om de aardbol en alles wat daarop te vinden is, tot werkelijkheid te maken.
Tevens werden Adam en Eva als eerste mensen door God geschapen en mochten zij in het paradijs wonen, totdat Eva er een zooitje van maakte.
Dit is heel kort door de bocht het scheppingsverhaal volgens de bijbel.
Het is overduidelijk dat hiermee een metafoor in het leven is geroepen om te verklaren dat er ook lijden plaatsvindt in het menselijk bestaan wanneer discipline een ondergeschikte rol gaat spelen.
Ook de andere grote religieuze stromingen kennen soortgelijke scheppingsverhalen.
Al deze verhalen zijn echter op fictie en geloofsovertuiging gebaseerd en zijn doorspekt van symboliek. Daarmee wil ik niet beweren dat deze geschriften daarom minder waardevol zijn.
Vanuit een wetenschappelijk oogpunt bezien, staan ze boordevol feitelijke onjuistheden.
Vanuit een symbolisch en/of ethisch oogpunt bezien, bevatten deze boeken zeer veel wijsheid over hoe de mens een goed leven op aarde kan leiden. Een goed leven dat uiteindelijk leidt naar een leven in Licht, een leven dat de weg terug heeft gevonden naar het aardse paradijs.
Dit principe, de weg naar het Goddelijke in ons, komt later in dit boek uitgebreid aan de orde.

In den beginne richt ik mijn aandacht op de natuurwetenschappelijke benadering van het ontstaan van de aarde en het leven dat zich daarop bevindt.